Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • so·lo·voor·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord solovoorstelling solovoorstellingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de solovoorstellingv

  1. voorstelling gespeeld door één acteur
     Ik maakte me juist zo breed mogelijk en sloot mijn oren voor de vent naast me die meteen begon te mekkeren over het gebrek aan ruimte en die elke keer als hij zijn glas wilde pakken demonstratief met zijn hele bovenlijf naar voren leunde, tot hij besefte dat niemand medelijden met hem had, waarop hij zijn solovoorstelling staakte.[1]
     "Dit is het verhaal over mijn grote liefde, Ismir." Zo begint Nick Teunissen zijn solovoorstelling, op het toneel in Sarajevo's zogenoemde 'oorlogstheater'. Het is de eerste keer dat hij zijn voorstelling over Ismir opvoert in Bosnië, in de hoofdstad Sarajevo, waar een groot deel van het verhaal zich afspeelt.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Nederlandse theatervoorstelling over Bosnische oorlog komt thuis in Sarajevo” (20-05-2019), NOS