sokkenwol
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sok·ken·wol
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sokkenwol | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- wol of ander garen waarvan men stokken kan breien
- ▸ Webwinkel Storm op Zolder verkoopt speciale verf-het-zelfpakketten, compleet met verfstof, handleiding, en een streng sokkenwol.[1]
- ▸ De keus is enorm: breiwol, haakwol, sokkenwol, allerlei soorten garens. Maar onze kracht is vooral dat we zo goedkoop zijn. Ik sla grote partijen in bij groothandels en ben echt een zeur als het om de prijs gaat.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'sokkenwol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sokkenwol" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Mariëlle Oussoren-Buys“Verven met uienschillen” (14-11-2008), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron André Bijl“Jo Stuurman (78): In Bijbel staat niet dat je met pensioen moet” (19-01-2016), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be