Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snel·heids·de·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snelheidsdeken snelheidsdekens
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de snelheidsdekenv / m, het snelheidsdekeno

  1. het instellen van een maximumsnelheid over een langer deel van de autosnelweg als veiligheidsmaatregel of als middel om de doorstroming van het verkeer te bevorderen
     Op de A2 en A12 bij Oudenrijn mocht vanochtend niet sneller dan 50 kilometer per uur worden gereden. Het Korps Landelijke Politiediensten was zeer alert op de wegen waar de snelheidsdeken gold. "Als mensen menen de snelheidsbeperking aan hun laars te kunnen lappen, zijn zij het haasje", zei een woordvoerder van de verkeerspolitie.[1]
     De winter is niet ver weg, zo blijkt, want het is sinds vanochtend in delen van het land heel erg glad. Rijkswaterstaat legde zelfs weer de bekende 'snelheidsdeken' over sommige snelwegen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “ANWB: mogelijk gladde ochtendspits” (Zondag 2 januari 2011, 22:28), NOS
  2.   Weblink bron “Opnieuw glad op de wegen” (Zondag 2 januari 2011, 12:18), NOS