sneeuwploeg
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sneeuwploeg (hulp, bestand)
Woordafbreking
- sneeuw·ploeg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sneeuwploeg | sneeuwploegen |
verkleinwoord | sneeuwploegje | sneeuwploegjes |
Zelfstandig naamwoord
- voertuig voorzien van een sneeuwschild waarmee een weg dor de sneeuw gebaand wordt
- Het wachten is op de sneeuwploegen
Gangbaarheid
- Het woord sneeuwploeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.