smeerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- smeer·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | smeerder | smeerders |
verkleinwoord | smeerdertje | smeerdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de smeerder m
- (beroep), (scheepvaart) een van de laagste rangen op een schip, iemand die de smerigste en zwaarste klusjes opknapt.
Gangbaarheid
- Het woord smeerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.