smal beemdgras

Nederlands

pluim van smal beemdgras

Uitspraak

• Geluid:  smal beemdgras    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• smal beemd·gras

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  smal  en beemdgras

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	smal beemdgras	smalle beemdgrassen
verkleinwoord	smal beemdgrasje	smalle beemdgrasjes

Zelfstandig naamwoord

het smal beemdgras o

1. (bloemplanten) Poa angustifolia  een lage tot middelhoge (20-60 cm), eenzaadlobbige, kruidachtige, overblijvende plant die normaal gesproken bloeit in de voorzomer of zomer (mei tot juli) en groeit op zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op droge, matig voedselarme tot matig voedselrijke, kalkhoudende grond. De soort werd vroeger beschouwd als ondersoort (P. pratensis ssp. angustifolia) van veldbeemdgras

Hyperoniemen

• beemdgras, grassenfamilie, zaadplanten, eenzaadlobbigen, bedektzadigen, landplanten, planten

Gangbaarheid

• Het woord 'smal beemdgras' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

• [1] smal beemdgras in het Nederlands Soortenregister N
• [1] smal beemdgras op Wikidata
• [1] smal beemdgras op "Wilde planten in Nederland en België" ♣