sloeg op hol
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sloeg op hol (hulp, bestand)
- IPA: / ˌsluxɔpˈhɔl / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- sloeg op hol
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van sloeg, op en hol
Werkwoord
vervoeging van |
---|
op hol slaan |
sloeg op hol
- enkelvoud verleden tijd van op hol slaan
- Ik sloeg op hol.
- Jij sloeg op hol.
- Hij, zij, het sloeg op hol.
- Hij wachtte maar en wachtte maar en ik dacht dat hij het niet zou gaan redden. En toen kwam hij toch nog. Nou, ik kan u zeggen, mijn hart sloeg op hol. [1]
- Ik sloeg op hol.
Gangbaarheid
- Het woord 'sloeg op hol' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Lefevere, P.geciteerd in: Lefevere: mijn hart sloeg op hol (13 juli 2013) op website: nos.nl; geraadpleegd 2018-10-01