Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sleept mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meeslepen

sleept (…) mee

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeslepen
    • Jij sleept mee. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeslepen
    • Hij sleept mee. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van meeslepen
    • Sleept mee! 

Gangbaarheid