Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaat ga
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gaslaan

slaat (...) ga

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaslaan
    • Jij slaat ga. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gaslaan
    • Hij slaat ga. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van gaslaan
    • Slaat ga! 

Gangbaarheid