Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaat dicht
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
dichtslaan

slaat (...) dicht

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslaan
    • Jij slaat dicht. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtslaan
    • Hij slaat dicht. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtslaan
    • Slaat dicht!