slaaptekort
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slaaptekort (hulp, bestand)
Woordafbreking
- slaap·te·kort
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap en tekort
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaaptekort | slaaptekorten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het slaaptekort o
- slaapdeprivatie, een gebrek aan slaap
- Mensen die te laat naar bed gaan en te vroeg opstaan krijgen vanzelf last van een slaaptekort.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord slaaptekort staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.