slaapt uit
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slaapt uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈslapt ˈœyt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- slaapt uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitslapen |
slaapt (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen
- Jij slaapt uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitslapen
- Hij slaapt uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitslapen
- Slaapt uit!
Gangbaarheid
- Het woord slaapt uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.