slaappiraat
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: slaappiraat (hulp, bestand)
Woordafbreking
- slaap·pi·raat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaappiraat | slaappiraten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de slaappiraat m
- persoon die zonder te betalen overnacht in een hotel