slaapkuur
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- slaap·kuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van slaap zn en kuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slaapkuur | slaapkuren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (medisch) (verouderd) een verouderde medische behandeling die bestaat uit langdurige slapen
- Valerius liep vaak voorop, zegt Beekman. 'Met slaapkuren, onderzoek naar dementie, opnames vervangen door dagbehandeling, het betrekken van families bij behandelingen en het gebruik van de scanner. Wij hadden de eerste geheugenpoli van Nederland.'[1]
- Prins Laurent, zoon van koning Albert II, zat in 1999 in psychiatrische kliniek La Ramée in Ukkel, naar eigen zeggen voor een slaapkuur na een emotionele ‘opdoffer’ . Sommige media stelden dat de gestrande liefde met tv-presentator Wendy van Wanten (Pin Up Club) hem opbrak.[2]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord slaapkuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "slaapkuur" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant JAAP STAM 18 november 2013, Valerius, voor wie het even kwijt was
- ↑ NRC 28 november 2011 Bijlage krant verwijderd om artikel over Belgische prins
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be