Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaaf·ge·maak·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slaafgemaakte slaafgemaakten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

slaafgemaakte v/o

  1. iemand die ergens in zijn of haar leven door onderwerping de status van slaaf heeft gekregen
     De slaafgemaakte kreeg een door de eigenaar bedachte voornaam, en diens achternaam, met 'van' ervoor.[1]
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    T.Bennema
    “Na excuses voor slavernij horen er herstelbetalingen te komen en stappen tegen institutioneel racisme” (17 april 2022), de Volkskrant