Engels

Woordherkomst en -opbouw
vervoeging
onbepaalde wijs to  skip town 
he/she/it  skips town 
verleden tijd  skipped town 
voltooid
deelwoord
 skipped town 
onvoltooid
deelwoord
 skipping town 
gebiedende wijs  skip town 

Werkwoord

skip town

  1. plotseling verlaten van zijn of haar verblijfplaats, meestal als vlucht
    «When the Synod of Tyre in 335 formally deposed him, he skipped town before the verdict...»
    Toen de Synode van Tyre hem in 335 officieel afzette, vluchtte hij vóór het vonnis.[1]
Synoniemen

Verwijzingen