Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sjiv·ve
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sjivve sjivves
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sjivvev / m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) rouwperiode van zeven dagen na de begrafenis van een familielid; in 'sjivve zitten': rouwperiode van zeven dagen in acht nemen, waarbij thuis op lage krukjes of op de grond wordt gezeten
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen