siert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- siert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sieren |
siert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sieren
- Jij siert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sieren
- Hij siert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van sieren
- Siert!