seminarist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: seminarist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- se·mi·na·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | seminarist | seminaristen |
verkleinwoord | seminaristje | seminaristjes |
Zelfstandig naamwoord
de seminarist m
- (onderwijs) student aan een seminarie
Gangbaarheid
- Het woord seminarist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "seminarist" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be