seksuologischers
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sek·suo·lo·gi·schers
Bijvoeglijk naamwoord
seksuologischers
- partitief van de vergrotende trap van seksuologisch
Gangbaarheid
- Het woord 'seksuologischers' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.