Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sec·tor·breed
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen sectorbreed
verbogen sectorbrede
partitief sectorbreeds

Bijvoeglijk naamwoord

sectorbreed

  1. (economie) voor een hele bedrijfstak
    • De tanks en blusinstallaties werden dertig jaar niet gecontroleerd. In het rapport uit 2013 onderzocht de OVV ook hoe het sectorbreed, het gaat om zo’n 400 bedrijven, met de veiligheid en het toezicht daarop gesteld was. [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen