Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schre·den

Werkwoord

vervoeging van
schrijden

schreden

  1. meervoud verleden tijd van schrijden
    • Wij schreden. 
    • Jullie schreden. 
    • Zij schreden. 

Zelfstandig naamwoord

de schredenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schrede