Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrans

Werkwoord

vervoeging van
schranzen

schrans

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schranzen
    • Ik schrans. 
  2. gebiedende wijs van schranzen
    • Schrans! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schranzen
    • Schrans je? 

Werkwoord

vervoeging van
schransen

schrans

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schransen
    • Ik schrans. 
  2. gebiedende wijs van schransen
    • Schrans! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schransen
    • Schrans je?