schooltijd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: schooltijd (hulp, bestand)
Woordafbreking
- school·tijd
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van school en tijd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schooltijd | schooltijden |
verkleinwoord | schooltijdje | schooltijdjes |
Zelfstandig naamwoord
de schooltijd m
- De levensfase dat men naar school gaat.
- De tijden van de dag dat men naar school gaat.
Vertalingen
1.De levensfase dat men naar school gaat
2. De tijden van de dag dat men naar school gaat
Gangbaarheid
- Het woord schooltijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schooltijd" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be