Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • school·juf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schooljuf schooljuffen
schooljufs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de schooljufv

  1. (onderwijs) vrouw die (lager) onderwijs geeft vaak kortweg juf genoemd, schooljuffrouw, onderwijzeres

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be