Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schobt

Werkwoord

vervoeging van
schobben

schobt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schobben
    • Jij schobt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schobben
    • Hij schobt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van schobben
    • Schobt! 

Gangbaarheid