schmeißen
Duits
Uitspraak
- IPA: /ˈʃmaɪ̯sn̩/
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudhoogduitse smizan.
Woordafbreking
- schmei·ßen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schmeißen /ˈʃmaɪ̯sn̩/ |
schmiss /ʃmɪs/ |
geschmissen /gəˈʃmɪsn̩/ |
volledig |
Werkwoord
schmeißen