schist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schist
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schist | schisten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (mineralogie) een kristallijn gesteente, dat vanwege een duidelijke foliatie gemakkelijk splijtbaar is
- Deze schist bevat het mineraal biotiet.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. gesteente
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord schist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Engels
enkelvoud | meervoud |
---|---|
schist | schists |
Zelfstandig naamwoord
schist