Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schijn toe
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
toeschijnen

schijn (...) toe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen
    • Ik schijn toe. 
  2. gebiedende wijs van toeschijnen
    • Schijn toe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeschijnen
    • Schijn je toe?