schijn af
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- schijn af
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afschijnen |
schijn (...) af
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschijnen
- Ik schijn af.
- gebiedende wijs van afschijnen
- Schijn af!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afschijnen
- Schijn je af?
Gangbaarheid
- Het woord schijn af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.