Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scherp·stelt

Werkwoord

vervoeging van
scherpstellen

scherpstelt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scherpstellen
    • ... dat jij scherpstelt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van scherpstellen
    • ... dat hij scherpstelt. 

Gangbaarheid