schemeringsschakelaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sche·me·rings·scha·ke·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schemeringsschakelaar schemeringsschakelaars
verkleinwoord schemeringsschakelaartje schemeringsschakelaartjes

Zelfstandig naamwoord

de schemeringsschakelaarm

  1. (elektrotechniek) schakelaar waardoor een verlichtingsinstallatie automatisch wordt ingeschakeld, resp. uitgeschakeld bij een bepaalde graad van helderheid van de omgeving

Gangbaarheid