scheepsreis
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: scheepsreis (hulp, bestand)
Woordafbreking
- scheeps·reis
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van schip zn en reis zn met het invoegsel -s- met klankverandering i - ee (IPA: /ɪ/ -/e/)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheepsreis | scheepsreizen |
verkleinwoord | scheepsreisje | scheepsreisjes |
Zelfstandig naamwoord
- een reis gemaakt met een schip
- Goederen die in China worden gemaakt moeten een lange scheepsreis maken naar Europa.
Gangbaarheid
- Het woord scheepsreis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.