schathemelrijkere

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schat·he·mel·rij·ke·re
Woordherkomst en -opbouw

Bijvoeglijk naamwoord

schathemelrijkere

  1. verbogen vorm van de vergrotende trap van schathemelrijk
    • De beide sultans keken vol ontzag naar de nog schathemelrijkere maharadja. 

Gangbaarheid