Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schand·te·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schandteken schandtekenen
schandtekens
verkleinwoord schandtekentje schandtekentjes

Zelfstandig naamwoord

het schandtekeno

  1. een teken dat ter ontering werd aangebracht waardoor de persoon (voor de rest van het leven) gebrandmerkt was, een schandmerk

Gangbaarheid