Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scha·kelt door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorschakelen

schakelt door

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschakelen
    • Jij schakelt door. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorschakelen
    • Hij schakelt door. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorschakelen
    • Schakelt door! 


Gangbaarheid