Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sar·do·nyx
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gesteente’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
1 enkelvoud meervoud
naamwoord sardonyx
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

sardonyx

2 enkelvoud meervoud
naamwoord sardonyx sardonyxen
verkleinwoord
  1. o: (mineraal) een vorm van kwarts
    • De kleur van sardonyx hangt sterk af van kleine hoeveelheden verontreinigingen opgelost in het kristalrooster. 
  2. m: een steen van het mineraal
Vertalingen

Gangbaarheid

20 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen