Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·men·stel·len·de

Werkwoord

vervoeging van: samenstellen
verbogen vorm: samenstellendee

samenstellende

  1. verbogen vorm van samenstellend, het onvoltooid deelwoord van samenstellen

Bijvoeglijk naamwoord

samenstellende

  1. verbogen vorm van de stellende trap van samenstellend
     Van Ginkel is de gemeentesecretaris van de nieuwe gemeente Molenwaard. Met ingang van januari 2013 bestaat die pas formeel, maar de ambtelijke diensten van de samenstellende gemeenten zijn al gefuseerd. Een nieuw stadhuis voor een gemeente met zo'n 30.000 inwoners kost al gauw 15 miljoen euro. Nu zijn ze klaar voor een derde daarvan. Of zelfs maar een kwart. "Het is altijd fijn als je tegen de mensen kunt zeggen dat je hun belastinggeld in dienstverlening steekt in plaats van een duur prestigeobject."[1]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Roel Pauw
    “Gemeente Molenwaard op huisbezoek” (Maandag 2 januari 2012, 16:52), NOS