samengeklonken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·men·ge·klon·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van samenklinken: voltooid deelwoord en een klinkerwisseling i-o (IPAː /ɪ/ - /ɔ/)
Werkwoord
vervoeging van: | samenklinken… |
verbogen vorm: | samengeklonkene |
samengeklonken
- voltooid deelwoord van samenklinken