rustpensioen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rust·pen·si·oen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rust zn en pensioen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rustpensioen | rustpensioenen |
verkleinwoord | rustpensioentje | rustpensioentjes |
Zelfstandig naamwoord
het rustpensioen o
- (België) officiële ouderdomsuitkering voor werknemers
- ▸ U hebt al een Belgische rustpensioen als werknemer of ambtenaar vanaf één gewerkte dag (één trimester voor zelfstandigen).[1]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rustpensioen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rustpensioen" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Federale Pensioendienst“Heb ik recht op een pensioen?” op fgov.be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be