Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rus·tig aan doen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

rustig aan doen

  1. inergatief ontspannen leven of bezig zijn, zonder grote inspanning of snelle voortgang
     Stiekem hopen ziekenhuisdirecteurs en kinderopvangmanagers dat het kabinet rustig aan doet met de koopkrachtreparatie. Want misschien geeft dit inflatiemonster eindelijk wat verlichting als het gaat om het structurele tekort aan verplegenden, verzorgenden, onderwijzenden en zonnepaneelmonteurs.[1]
     Beer is 21. Zijn verstandelijke vermogens zijn als die van een driejarige. En hij heeft een autistische stoornis – een zware, mag ik wel zeggen. Met Beer in mijn leven sta ik altijd aan. Geen moment kan ik denken: ach, laat maar, vandaag doe ik het rustig aan. Om tien voor acht ’s ochtends moet hij klaarstaan om naar de dagopvang te gaan. Omstreeks half vijf komt hij weer thuis.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rosanne Hertzberger
    “Kinderen kunnen best vaker naar de opvang” (8 oktober 2022) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Julie Hendriks geciteerd door Gijsbert van Es
    “‘Waarom kreeg ík deze zoon? Zinloze vraag. Hij ís er gewoon’” (6 oktober 2022) op nrc.nl