Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rug·gen·prik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruggenprik ruggenprikken
verkleinwoord ruggenprikje ruggenprikjes

Zelfstandig naamwoord

de ruggenprikm

  1. een lumbaal punctie, het inbrengen van een naald in de ruimte rond het ruggemerg
    • Door een ruggeprik kan men hersenvocht onderzoeken, of verdoving aanbrengen. 

Meer informatie

Gangbaarheid