Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rou·ti·ne·con·tro·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord routinecontrole routinecontroles
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de routinecontrolev / m

  1. gebruikelijke inspectie, zonder speciale aanleiding
     In februari 1943 ging het bijna mis voor Rut Matthijsen: bij een routinecontrole werd hij in Amsterdam opgepakt met een koffer vol worst en kaas, bestemd voor onderduikers. Op verdenking van zwarte handel werd hij naar het politiebureau overgebracht, waar Matthijsen, die valse persoonsbewijzen en voedselbonnen op zijn lichaam had geplakt, uit het raam sprong. Hij kwam terecht op een berg kolen en werd met een hersenschudding opgenomen in een ziekenhuis. „De Duitsers hielden hem voor een doodgewone zwarthandelaar en hadden niet door dat ze een verzetsman in handen hadden”, aldus zijn dochter. Na vier weken in het ziekenhuis was Matthijsen weer vrij man.[1]
     „De conditie van De Nachtwacht is stabiel, dat betekent dat er geen stukken verf afbladderen”, zegt Noble. „Er treden wel allerlei processen op die we beter moeten onderzoeken. Die houden we in de gaten tijdens routinecontroles, maar er komt een moment dat je beter moet gaan kijken.”[2]
Typische woordcombinaties
  • bij een routinecontrole
  • tijdens een routinecontrole

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Friederike de Raat
    “Rut Matthijsen (1921-2019) rolde het verzetswerk in” (23 mei 2019) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Thomas van Huut
    “Rijks begint onderzoek naar ‘De Nachtwacht’- wat gaat er precies gebeuren?” (3 juli 2019) op nrc.nl