Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rot·ters

Bijvoeglijk naamwoord

rotters

  1. partitief van de vergrotende trap van rot
    • Ik kan me nauwelijks iets rotters bedenken. 


Deens

Woordafbreking
  • rot·ters

Zelfstandig naamwoord

rotters, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van rotte


Noors

Woordafbreking
  • rot·ters

Zelfstandig naamwoord

rotters, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van rotte