Nederlands

 
rotspartij
Uitspraak
Woordafbreking
  • rots·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rotspartij rotspartijen
verkleinwoord rotspartijtje rotspartijtjes

Zelfstandig naamwoord

de rotspartijv

  1. een hoeveelheid natuurlijk gesteente dat samen één geheel vormt
     Het ongeluk gebeurde in de staat Minas Gerais, waar het de afgelopen periode veel heeft geregend. Die neerslag heeft er mogelijk toe geleid dat er een spleet in de rotspartij ontstond.[2]
     De twee miljoen kubieke meter grote rotspartij boven het dorp is al enige tijd instabiel. De verwachting is dat delen daarvan in de komende een tot drie weken naar beneden komen. Hoe dat proces precies verloopt, laat zich niet voorspellen. Maar het is niet uitgesloten dat er 500.000 kubieke meter steen naar beneden komt.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Dodental door stuk afgebroken klif in Brazilië loopt op tot tien” (9 januari 2022, 20:46), NOS
  3.   Weblink bron “Rotsmassa bedreigt Zwitsers bergdorpje” (10 mei 2023, 07:55), NOS