Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • roos·ter·den in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inroosteren

roosterden (…) in

  1. meervoud verleden tijd van inroosteren
    • Wij roosterden in. 
    • Jullie roosterden in. 
    • Zij roosterden in. 

Gangbaarheid