Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rood·schild·koet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodschildkoet roodschildkoeten
verkleinwoord roodschildkoetje roodschildkoetjes

Zelfstandig naamwoord

de roodschildkoetm

  1. (kraanvogelachtigen) Fulica rufifrons   een vogel uit de familie van de rallen en het geslacht koeten (Fulica). Deze soort komt voor in het zuidelijk deel van Zuid-Amerika. De natuurlijke habitat bestaat uit moerassen, meren en poelen met veel vegetatie
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie