Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • rood·borst·lijs·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodborstlijster roodborstlijsters
verkleinwoord roodborstlijstertje roodborstlijstertjes

Zelfstandig naamwoord

de roodborstlijsterv / m

  1. (zangvogels) Turdus migratorius  , een in Noord-Amerika veel voorkomende lijstersoort
    • De roodborstlijster is in Amerika even alledaags als de merel in Nederland. 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie