roodborstbospatrijs
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rood·borst·bos·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van roodborst zn en bospatrijs zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodborstbospatrijs | roodborstbospatrijzen |
verkleinwoord | roodborstbospatrijsje | roodborstbospatrijsjes |
Zelfstandig naamwoord
- (hoendervogels) Arborophila mandellii een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1874 door Allan Octavian Hume . Het is een door habitatverlies kwetsbaar geworden vogelsoort die voorkomt in India en Tibet
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roodborstbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.