rolkoffer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rol·kof·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rol ww en koffer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rolkoffer | rolkoffers |
verkleinwoord | rolkoffertje | rolkoffertjes |
Zelfstandig naamwoord
de rolkoffer m
- Koffer met wieltjes die men daarom rollend kan voortbewegen
- Je herkent het vast, groepen toeristen die allemaal met een rolkoffer door de straten van Amsterdam lopen. Echt geruisloos gaat dat vaak niet. Zeker niet wanneer de straat bestaat uit kasseien, zoals aan de Bickersgracht. Bewoners daar worden gek van het koffergeweld en zijn in actie gekomen. Twee beschilderde verkeersborden waarschuwen: deze straat is verboden voor rolkoffers.
Gangbaarheid
- Het woord rolkoffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.